Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd in grove stukken van 2x2 cm.
Vermeng met de bruine basterdsuiker, gemalen kaneel en de gewelde rozijnen.
Leg de ontdooide bladerdeeg op een vel bakpapier op het aanrecht.
Schep op iedere plak, net uit het midden, wat appelmix.
Klop het ei los met een vork en wrijf de randen van het bladerdeeg in met het ei.
Vouw twee punten naar elkaar toe zodat je een driehoek krijgt.
Duw deze met een vork voorzichtig aan zodat de flap luchtdicht is.
Bestrijk met ei en bestrooi met kristalsuiker.
Schuif ze met bakpapier op een bakplaat en bak ze in een voorverwarmde oven van 200 °C goudbruin voor 16-20 minuten, afhankelijk van de grootte en dikte van de flappen.