Voorbereiding: Verwarm de oven voor op 200°C (180°C hetelucht).
Schil de appels en verwijder het klokhuis. Snijd eventueel een klein plakje van de onderkant af, zodat ze rechtop kunnen staan.
Meng in een kom de suiker, kaneel en rozijnen (indien gebruikt).
Vul elke appel met het suiker-kaneelmengsel.
Rol het bladerdeeg uit op een licht met bloem bestoven werkblad.
Snijd het bladerdeeg in vierkante stukken, groot genoeg om de appels volledig in te pakken.
Plaats een appel in het midden van elk stuk bladerdeeg.
Vouw het deeg om de appel en zorg ervoor dat alles goed is afgesloten. Druk de randen aan met een vork.
Leg de appelbollen op een met bakpapier beklede bakplaat.
Klop het ei los en bestrijk de bovenkant van de appelbollen voor een mooie glans.
Bak de appelbollen ongeveer 25-30 minuten in de voorverwarmde oven, of tot ze goudbruin zijn.
Meng de poedersuiker met het citroensap of water tot een gladde saus.
Serveer de appelbollen warm, eventueel met de saus eroverheen.
Serveertip: Serveer de appelbollen met een bolletje vanille-ijs of een toefje slagroom voor een extra lekkere traktatie! Eet smakelijk!